Dwangmedicatie

Dwangmedicatie

KC22-051 06 december 2022

Uitspraak onafhankelijke klachtencommissie Wvggz Gelderland Midden en Zuid

 

Inzake : [klaagster]
Klachtnummer : KC22-051
Instelling : Pro Persona
Datum ontvangst klacht : 23 november 2022
Schorsingsverzoek : n.v.t.
Hoorzitting : 2 december 2022
Datum uitspraak : 7 december 2022

 

 

 

Aanwezig bij de hoorzitting

[XX] (klaagster)

[XX] (PVP)

[XX] (PVP i.o.)

 

[XX] (verweerder)

 

[XX] (voorzitter klachtencommissie)

[XX] (psychiater)  `

[XX] (verpleegkundige)

 

[XX] (ambtelijk secretaris Wvggz klachtencommissie)

 

 

Juridische status

Zorgmachtiging

 

 

Klacht

Klacht tegen verplichte depotmedicatie.

 

 

Procesverloop

De klachtencommissie heeft op 23 november 2022 een klacht ontvangen inzake depotmedicatie als onderdeel van de verplichte zorg. Dezelfde dag zijn partijen geïnformeerd over de behandeling van de klacht en uitgenodigd voor de hoorzitting. Het verweer is op 1 december 2022 per mail naar partijen gezonden.    

Bij het indienen van de klacht had klaagster geen toestemming gegeven voor het inzien van haar medisch dossier. Op 30 november 2022 heeft haar advocaat de commissie laten weten dat klaagster alsnog toestemming gaf voor inzage van haar dossier.   

De digitale hoorzitting heeft plaatsgevonden op 2 december 2022. Bij die gelegenheid hebben partijen hun standpunt kunnen toelichten. Aan het einde van de hoorzitting heeft de voorzitter medegedeeld dat de commissie betrokkenen uiterlijk op 7 december 2022 schriftelijk zal informeren over haar uitspraak.     

De klachtencommissie heeft inzage gehad in de volgende stukken:

-           Ingediende klacht d.d. 23-11-2022;

-           Verweerschrift;

-           Besluit GD hervatten aanvraag zorgmachtiging d.d. 18-03-2022;

-           Beschikking zorgmachtiging d.d. 10-06-2022;

-           Mededeling voorbereiding zorgmachtiging d.d. 29-09-2022;

-           Medische verklaring d.d. 18-10-2022;

-           Zorgplan d.d. 07-10-2022;

-           Zorgkaart;

-           Bevindingen GD d.d. 18-10-2022;

-           Besluit OM indienen verzoek zorgmachtiging d.d. 25-10.2022;

-           Beslissing verlenen verplichte zorg d.d. 15-11-2022 en 18-11-2022;

-           Informatiebrief zorgmachtiging d.d. 16-11-2022;

-           Evaluaties verplichte zorg;

-           Decursus periode 16-11-2022 t/m 01-12-2022.

 

 

Termijn

Het klaagschrift bevat een klacht tegen verplichte medicatie als omschreven in artikel 10:3 Wvggz. Deze klacht heeft betrekking op een beslissing waarvan het gevolg actueel is. Om die reden ziet de klachtencommissie zich gehouden binnen twee weken na ontvangst van het klachtenformulier een schriftelijke en gemotiveerde beslissing te nemen. Deze termijn loopt af op 7 december 2022.

 

 

Feiten

Klaagster is een [leeftijd] vrouw bekend met een schizofrene stoornis en psychotische ontregeling.

Er is sprake van een lange behandelgeschiedenis.

Op 10 juni 2022 is een zorgmachtiging afgegeven met een expiratiedatum op 10 december 2022 waarbij medicatie onderdeel vormt van de verplichte zorg.

 

 

Standpunten van partijen

Klaagster vertelt ter zitting dat ze geen symptomen heeft van een psychose. Zowel haar hoofd als haar lijf zijn gezond. Klaagster heeft veel gelezen over de behandeling van mensen die last hebben van schuld, angst en lust. De verwerking hiervan heeft tijd nodig. Er zijn in het verleden dingen gebeurd die ze niet had moeten laten gebeuren, vertelt kaagster. Maar ze heeft daar veel van geleerd. Klaagster voelt zich deskundige over haar eigen lichaam. Klaagster heeft baat bij Ayurveda, goede voeding, licht en rust. Goede voeding ondersteunt het immuunsysteem aldus klaagster. Klaagster is van mening dat ze in de GGZ wordt geconfronteerd met een destructieve behandeling. ‘De stoffen die in deze medicatie zitten zijn niet goed voor je hersenen en voor je lichaamsfuncties’ aldus verweerster. Klaagster geeft aan dat ze niet suïcidaal is, in tegenstelling tot hetgeen behandelaren denken.  

PVP benadrukt dat klaagster overtuigd is van een natuurlijke wijze van genezing. De medicatie stoort daarbij omdat klaagster oppervlakkig wordt. Het verwerken van dingen lukt haar dan niet meer. Klaagster vindt dat er geen sprake is van ernstig nadeel. En mocht er wel ernstig nadeel zijn dan wil klaagster dit op een natuurlijke manier oplossen middels mediteren, lezen, goede voeding, rust en regelmaat. Klaagster eet alleen biologisch en veganistisch. Dit wordt niet aangeboden in de kliniek. Klaagster moet dus drempels over om het eten in de kliniek te accepteren. Dit heeft ze wel gedaan vult PVP aan.

 

Verweerder licht toe dat klaagster op 16 november 2022 is opgenomen onder een zorgmachtiging en dat dezelfde dag verplichte medicatie is ingezet. Er was sprake van zeer ernstige zelfverwaarlozing en er waren inhoudelijke denkstoornissen waarbij klaagster dacht dat haar kinderen iets zou overkomen. Klaagster at en dronk niet meer. Verweerder geeft aan dat klaagster hierin niet te corrigeren is, ondanks het feit dat in het plan van aanpak is opgenomen dat klaagster hierop aangesproken wil worden wanneer zich die situatie voordoet.

Verweerder vult aan dat klaagster na de eerdere opname begin 2022 was ingesteld op depotmedicatie. Na ontslag is dit, op verzoek van klaagster, omgezet naar orale medicatie. Dat het weer slechter ging komt door het stoppen met medicatie vertelt verweerder. Het beloop is hetzelfde als de vorige keer. Er is geen sprake van ziektebesef en –inzicht. Behandeling met depotmedicatie is erg noodzakelijk aldus verweerder. Niet behandelen staat ambulantisering in de weg en levert ernstig nadeel op.

 

Op vragen van de commissie beaamt klaagster dat ze soms minder eet. Ze is ontrouw geworden in de inname van medicatie tijdens de vakantie van haar ambulante psychiater. Klaagster vindt het soms moeilijk om te eten omdat anderen in de wereld niet aan voedsel kunnen komen. Dat voelt niet goed en dan gaat klaagster zelf soms ook minder eten. Ze vertelt dat ze dit kan beïnvloeden door tegen zichzelf te zeggen dat ze mag eten. Volgens klaagster is er maar 1 dag sprake geweest van gevaar omdat ze niet at.   

Klaagster vult aan dat ze ook geen orale medicatie wil. Ze vindt het naar dat behandelaren alleen maar dreigen met injecteren als ze de medicatie niet wil innemen. Dit is niet menselijk vindt zij. Klaagster wil alleen praten en ervaart daar geen ruimte voor. Klaagster vertelt dat zij erg gevoelig is. ‘Sommige mensen hebben het nodig om de bollen aan te raken om zelf terug te komen en te groeien’ aldus klaagster. Behandelaren verstoren haar proces om te groeien.

Klaagster benadrukt dat ze niet rookt, geen koffie drinkt en geen alcohol gebruikt. Dat heeft ze zelf gedaan en daarmee bewezen dat ze een sterke vrouw is die zichzelf kan helen. 

 

Verweerder licht toe dat klaagster momenteel geen medicatie gebruikt in afwachting van de uitspraak van de klachtencommissie. Eten en drinken gaat iets beter dan voor opname aldus verweerder. Er is nog geen sprake van een gezond eetpatroon maar er is geen acute noodsituatie. Dat was wel zo bij opname vult verweerder aan. Er is ook sprake van auditieve hallucinaties die opdragen om niet te drinken.

 

 

BEVINDINGEN VAN DE COMMISSIE

 

Ontvankelijkheid klacht en bevoegdheid commissie

Op grond van artikel 10.3 van de Wvggz kan een klacht worden ingediend bij de klachtencommissie over de nakoming van een verplichting of een beslissing op grond van de in dat artikel opgenomen bepalingen. Aangezien de klacht is gericht tegen de uitvoering van de verplichte zorg zoals bedoeld in artikel 8.9 Wvggz is de klacht ontvankelijk.

 

Gronden en overwegingen

Gelet op de ingebrachte stukken, de inhoud van de dossierstukken en het verhandelde ter zitting komt de klachtcommissie tot de volgende overwegingen.

Artikel 8:9 Wvggz bepaalt dat de zorgverantwoordelijke ter uitvoering van de (voortgezette) crisismaatregel en ter uitvoering van de zorgmachtiging een beslissing tot het verlenen van verplichte zorg niet neemt, dan nadat hij:

  1. zich op de hoogte heeft gesteld van de actuele gezondheidstoestand van betrokkene,
  2. met betrokkene over de voorgenomen beslissing overleg heeft gevoerd, en
  3. voor zover hij geen psychiater is, hierover overeenstemming heeft bereikt met de geneesheer-directeur.

 

Allereerst en meer in het algemeen overweegt de commissie dat verplichte zorg bij psychiatrische patiënten een ernstige inbreuk is op hun persoonlijke levenssfeer en/of lichamelijke integriteit. Deze inbreuk dient dan ook met de nodige waarborgen omkleed te zijn. Daarom worden er zowel op juridisch als op medisch gebied eisen gesteld aan het mogen toepassen van verplichte zorg. Op juridisch gebied moet verplichte zorg voldoen aan de gronden van de Wvggz en aan vormvoorschriften als vastlegging van het zorgplan en het uitreiken van een voldoende gemotiveerde schriftelijke kennisgeving van de verplichte zorg.

 

Klaagster is een [leeftijd] vrouw bekend met een paranoïde stoornis en wanen. Klaagster herkent zichzelf niet in dit beeld. Zij eet veganistisch. Klaagster wil geen antipsychotica Aripiprazol depot want zij vindt dit schadelijk voor haar lichaam. Ze is geen psychopaat en wil daarom geen medicatie. Klaagster wil herstellen van een moeilijke situatie door rust, water drinken en veganistische voeding.

 

Verweerder geeft aan dat klaagster al langere tijd bekend is met een psychotische kwetsbaarheid, waarbij ze op haar 40e levensjaar haar eerste psychotische episode doormaakte. Sindsdien is zij verschillende keren ingesteld – en gestabiliseerd – op medicatie. Als ze stopt met haar medicatie of te veel stress heeft, is het risico op psychotische ontregeling verhoogd. Hierbij treden auditieve hallucinaties op, waarbij klaagster stemmen hoort die haar opdrachten geven om niet te eten en drinken en niet goed meer voor zichzelf te zorgen. Tijdens de opname begin 2022 is klaagster ingesteld op depotmedicatie. Na ontslag is dit depot, op verzoek van klaagster, omgezet naar orale medicatie. Deze heeft klaagster zelf gestopt waardoor zij opnieuw psychotisch ontregeld is.

 

Wat betreft de formele aspecten van de verplichte zorg stelt de commissie vast dat deze voldoen aan de wettelijke vereisten die hiervoor zijn gesteld. De verplichte zorg is besproken en op schrift uitgereikt op 18 november 2022.

 

De commissie constateert dat de verplichte zorg voldoet aan de proportionaliteit, doelmatigheid, subsidiariteit en veiligheid die de Wvggz vereist. De commissie kan de inhoudelijke overwegingen van verweerder als passend kwalificeren. Het ernstig nadeel van klaagster is de maatschappelijke teloorgang en levensgevaar door onvoldoende eten en drinken. Na de diverse opnamen, dit jaar, is op verzoek van klaagster orale medicatie aangeboden in plaats van een depot. Hierop is klaagster opnieuw psychotisch ontregeld, waardoor opname noodzakelijk werd. Instellen op depotmedicatie

is noodzakelijk, proportioneel en veilig om het ernstig nadeel te bestrijden. 

 

Uitspraak

De klachtencommissie verklaart de klacht ongegrond.

 

Beroep

Klager, vertegenwoordiger of de zorgaanbieder kan door middel van een schriftelijk en gemotiveerd verzoekschrift bij de Rechtbank Gelderland beroep instellen tegen onderhavige uitspraak van de klachtencommissie. De termijn voor het indienen van een verzoekschrift bedraagt zes weken na de dag waarop de beslissing van de klachtencommissie aan de betrokkene is meegedeeld.

 

 

Aldus besloten te [plaats], 7 december 2022

namens de Wvggz klachtencommissie,

i/o

 

[XX]

Voorzitter Wvggz Klachtencommissie

Aantal bladzijden: 5